Warme en droge zomer voor de moestuin

Het is een warme en droge zomer geweest. Regelmatig heb ik de moes- en bloementuin moeten besproeien. Ons grasveld heeft zonder te sproeien de warme droge zomer overleefd. Wist je trouwens dat de beste tijd om te sproeien in de zomer vroeg in de ochtend is? Dan heeft het water de tijd om in de te trekken. Als je het midden op de dag doet, verdampt het meteen. Vroeg in de avond kan ook, maar dan moeten de planten tijd hebben om te drogen voor de nacht om schimmelvorming te voorkomen.

In de zomermaanden heb ik weinig in de tuin gewerkt, maar wel veel uit de tuin geoogst. Dit is ook het leukste. Aan de andere kant ben je dan wel weer druk met het inmaken van al het fruit en groente. Zo heb ik onder meer bramenjam gemaakt, perenlikeur en courgette in zoetzuur.

Dit jaar heb ik twee houten moestuinbakken geplaatst van 120 x 120 cm, die ik in vakken van 30 x 30 cm heb onderverdeeld. Een beetje het idee van “de makkelijke moestuin”. In ieder vak zaai je een andere groente. Dit bleek toch niet helemaal mijn ding. Veel gewassen worden zo groot dat ze andere gewassen overwoekeren.  Volgend jaar maar weer gewoon ouderwets spitten en rijtjes zaaien.

Wat heb ik zoal geoogst uit eigen tuin?

Aardappels: eind maart heb ik een vroege aardappel geplant, de Frieslander. In juni heb ik de aardappels gerooid met een spitvork en zo af en toe spit ik een aardappel aan de vork. Omdat ik een klein moestuintje heb, had ik maar vijf aardappeltjes geplant.
De net gerooide aardappels droog ik op een krant in de buitenlucht. Ik zorg er wel voor dat ik de ergste modder er eerst afgeveegd heb (we hebben kleigrond en dat wil wel plakken). Je kan ze natuurlijk ook eerst wassen en daarna drogen, dat scheelt weer vieze handen bij het schillen van de aardappels. Het is belangrijk om de aardappels na het drogen donker weg te zetten. Als aardappels namelijk enige tijd in het licht liggen, krijgen ze groene plekken en dan kun je ze beter niet meer eten. Hier zit een stofje Solanine in die in grote hoeveelheden giftig kan zijn. Als er maar een klein groen plekje op zit, kun je deze natuurlijk wegsnijden en de rest van de aardappel gewoon opeten.

Druiven: de druiven waren dit jaar vroeg rijp door de warmte. Rijpe druiven zijn een lekkernij voor onze kippen. De onderste rij druiven worden dan ook altijd door de kippen opgegeten. En als ze er niet bij kunnen, dan springen ze met zijn allen omhoog. Zo’n grappig gezicht.
We hebben zoveel druiven dat ik een poging heb gewaagd om wijn te maken. Bij Brouwland heb ik een starter set wijn maken gekocht. In mijn blog kun je lezen hoe ik getracht heb zelf rode wijn te maken.

Rode ui: de rode ui heb ik als plantuitjes geplant, dus niet vanaf zaad opgekweekt. De smaak van de rode ui is scherper dan die van de gele ui. Persoonlijk vind ik dit lekkerder. Het loof van de ui kun je ook goed eten, lekker door de salade. Wanneer het loof van de uit omvalt en verdroogt kun je de uien oogsten. Daarna droog ik de uien door ze in de schuur op te hangen aan het loof (ongeveer 3 weken). Vervolgens knip je het loof eraf en dan kun je ze, net als knoflook,  in een emmer of open kistje, op een koele donkere plaats, maandenlang bewaren.

Bramen: de bramen waren net als alle andere vruchten vroeg rijp dit jaar. Dit komt door de warmte. Evenals voorgaande jaren werden we weer verblijd met een grote hoeveelheid bramen, waar ik weer vele potjes bramenjam van heb gemaakt.

Courgettes: met de droogte van afgelopen zomer groeiden de courgettes niet erg snel en ook de slakken deden zich af en toe tegoed aan een heerlijke courgette. Toch heb ik nog een paar courgettes kunnen oogsten. Vooral na een regenbui, zag je de courgettes groeien. Voor aankomende winter heb ik weer heerlijke courgette in zoetzuur gemaakt voor bij de stamppot of nasi.

Knoflook: ik heb vorig jaar een biologische knoflookbol bij de supermarkt gekocht en de teentjes in oktober 2017 geplant. De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. De tenen stop je met de punt naar boven in de grond. Al in de winter loopt de plant uit en zie je het loof boven de grond uitkomen. Bij kou wordt dat loof wel minder mooi, maar als de winter voorbij is lopen de planten weer uit. Wanneer het loof begint te verdorren haal je ze uit de grond en droog je de bollen net als bij uien.

Wanneer de knoflook doorschiet vormt zich een bloem. De bloem lijkt uit allemaal hele kleine knoflookteentjes te bestaan. Deze teentjes ga ik planten. Ben benieuwd of hier ook knoflookbolletjes uit voortkomen.

Witte kool: ik heb de witte kool eerst voorgezaaid en de plantjes in april naar buiten geplaatst in de volle grond. Uiteindelijk is één plantje uitgegroeid tot een mooie witte kool. De andere kolen zijn lekker opgepeuzeld door anderen, ik vermoed slakken of rupsen. Ook het plantje, dat wel tot een mooie kool is uitgegroeid, wilde in eerste instantie niet groeien. Soms moet je dus geduld hebben en maar afwachten wat het wordt. Van de kool heb ik een heerlijke zuurkool gemaakt.

Tomaten: omdat tomaten en regen niet goed samen gaan, heb ik dit jaar een tweetal foliekassen gekocht, waarin ik de tomatenplanten gezet heb. En dit jaar heb ik een rijkelijke oogst gehad van mooie rode tomaten. Voldoende om een lekkere tomatensoep te maken. Of dit nu komt doordat ze in een kas stonden of omdat we zo’n heerlijke warme zomer hebben gehad, durf ik niet te zeggen.

 

Pompoen: dit jaar heb ik voor het eerst pompoen gezaaid. Eerst binnen voorgezaaid en uiteindelijk de plant buiten in de volle grond geplaatst. De plant gaf veel bloemen, maar de pompoenen kwamen niet echt tot groei. Pas toen ik de plant dagelijks water gaf, groeide er een prachtige oranje-gele pompoen.