Honing slingeren
Hoe wordt honing gemaakt?
De bijen zuigen de nectar op uit bloemkelken en slaan dit op in hun honingzak (maag). Eenmaal terug bij de kast zuigen de jonge bijen de nectar op en kauwen erop. Hierdoor verandert de suiker die in de nectar zit in glucose en fructose en worden er enzymen toegevoegd. Daarna wordt de nectar in de honingraten gespoten. Met hun vleugels wapperen de bijen de nectar droog. Als de honing klaar is, sluiten de bijen dit af met een wasdekseltje. De honing is dan verzegeld.
Mijn bijen hebben hard gewerkt om de nectar om te zetten in honing met als resultaat een aantal verzegelde honingramen. Uit beide kasten (met en zonder logo) heb ik de verzegelde ramen gehaald (respectievelijk 4 en 5 ramen). De bijen heb ik voorzichtig afgeslagen en in een lege honingkamer gezet met daaroverheen een doek, zodat niet alle bijen terug op de honingramen gaan zitten. Op het laatst heb ik de laatste bijen er afgeveegd en toen de ramen naar de bijkeuken gebracht om ze te slingeren. Mijn (aanstaande) schoonzoon heeft mij hierbij geholpen.
Toch voel ik mij enigszins schuldig dat ik al dit lekkers van de bijen afpak.
Honing slingeren
Bij het slingeren is het belangrijk dat je hygiënisch te werk gaat. Alle benodigde attributen maak ik dan ook grondig schoon en ook de bijkeuken, waar de honing geslingerd wordt, krijgt een sopbeurt.
Wat heb je nodig? Een honingslinger, een zeef, een ontzegelstelling, een ontzegelvork en een afsluitbare emmer.
De verzegelde ramen ontzegel ik eerst. Daarna gaan de ramen in de honingslinger, een soort centrifuge. Door de kracht van de centrifuge slingert de honing uit de raten. Per raam draai ik drie keer. Eerst de eerste kant van het raam langzaam (half leeg), daarna de andere kant van het raam sneller (geheel leeg) en vervolgens weer de eerste kant nu ook sneller en helemaal leeg. De geur van honing vervult de hele keuken, heerlijk. De leeg geslingerde honingramen worden weer teruggeplaatst in de bijenkasten.

De honing loopt door een zeef in de emmer. De zeef houdt onder andere de laatste resten was tegen. Zodra ik klaar ben met slingeren, maak ik de wanden van de slinger schoon met een spatel. Wanneer zo goed als alle honing uit de slinger de emmer in is gelopen, sluit ik de emmer af. Het is van belang de emmer niet te lang open te houden, omdat honing hygroscopisch is. Dit betekent dat honing vocht onttrekt uit de omgeving. Als de honing te veel vocht bevat, heeft dit invloed op de houdbaarheid en kan de honing gaan gisten. Honing mag maar een maximale vochtigheidsgraad van 20% hebben. Dit kun je met een refractometer meten.
De dekseltjes met de restjes honing geef ik terug aan de kunstzwermen en ik zet een schaaltje op het dak. Binnen één dag is alle honing weg en blijft alleen de was over.
De honing laat ik nog een dag in de emmer staan. Na een dag komen de onzuiverheden in de honing naar boven drijven (schuimlaagje) en het bovenste laagje haal ik met plasticfolie weg. Ik leg de plasticfolie op het oppervlak en haal daarna het folie weer weg. Het schuim blijft aan de folie kleven. De folie knijp ik vervolgens goed uit, en ook dit geef ik terug aan de bijen.
Voordat ik de gesteriliseerde potjes met honing vul, roer ik eerst nog een aantal dagen door de honing heen. Dit vertraagt het uithardingsproces heb ik begrepen.